Duizenden olifanten en buffels. De grootste concentraties van nijlpaarden en krokodillen in heel Tanzania. Om nog niet te spreken over de vele zebra’s, leeuwen, giraffen en apen die door dit ongerepte natuurpark grazen. Dat alles in een gebied dat jaarlijks minder bezoekers ziet (3135) dan het aantal vierkante kilometers dat het beslaat (4500): Katavi National Park is bij uitstek de onontdekte parel van Tanzania.

Katavi National Park ligt in het zuidwesten van Tanzania. Het gebied is onderdeel van Afrika’s Grote Riftvallei, dat van Libanon tot Mozambique strekt. Het gebied is een natuurlijke wieg met seizoensgebonden meren en migraties. Tijdens het regenseizoen zijn de drassige meren het toevluchtsoord voor talloze watervogels. Maar de kers op de taart zijn de vele krokodillen en nijlpaarden die massaal naar deze wateren stromen.

Ervaar de strijd van de nijlpaarden

Tijdens het droogseizoen trekt het water uit de meren en uiterwaarden weg en blijven er modderpoelen over. De meeste van die modderpoelen zijn gevuld met nijlpaarden. Ruim tweehonderd nijlpaarden dompelen zich onder in een poel. Door zo veel dieren in zo’n plas ontstaan onderlinge gevechten om territorium. Dagelijks leveren mannelijke nijlpaarden strijd, waar de verliezer de poel moet verlaten en alleen terug kan komen als hij zich revancheert met een gevecht.

Daarnaast migreren naar schatting meer dan vierduizend olifanten naar de poelen en plasjes in Katavi Park samen met duizenden buffels, giraffen, zebra’s en impala’s. Ze zijn allemaal op zoek naar water en verkoeling. Dat trekt weer de aandacht van groepen leeuwen en hyena’s, die op jacht gaan.  

Op safari

Het park bezoeken kan door middel van een jeepsafari. Er loopt welgeteld één gravelweg dwars door de Katavi-wildernis. Houd je goed vast, want het wordt veel off-road crossen. In een park zo groot, rijden slechts twaalf jeeps per dag. De natuur ligt aan je voeten.  Ook kun je lopend Katavi trotseren. Dit zijn guided walks over de vlaktes of door de bossen. Dit geeft meer rust en de mogelijkheid om vogels te spotten of je te verdiepen in de bomen en planten van het gebied. 

Overnachten in het park is mogelijk, maar verwacht geen extreme luxe. Er zijn slechts enkele lodges. De beste is de Chada Lodge met van tevoren opgezette tenten op een houten plateau tussen de bomen. Er zijn toiletten, douches en klamboes voor je bed. Daarnaast zijn er seizoensgebonden campsites, waar je een tent op kunt zetten of laten zetten door de touroperator. Er is een plek voor een kampvuur; maar voor andere faciliteiten zoals een toiletbezoek of een douche ben je aangewezen op de natuur.

De Katabi-boom

Het natuurpark is vernoemd naar de Wabende-stam geest: Katabi. Volgens legendes woont de jagersgeest in een tamarindeboom vlakbij Lake Katavi. Tanzanianen leggen nog altijd offers bij de boom voor een zegen van Katabi, die magische bescherming biedt. Mocht je in de buurt van het meer zijn, dan is het zeker de moeite waard om de boom een bezoekje te brengen.

Drieduizend bezoekers per jaar

In de laatste telling kwamen er in één jaar 3135 toeristen op safari in Katavi National Park. Voor het derde grootste natuurpark van Tanzania met zo’n diversiteit in dieren en terrein is dat verdacht weinig. De reden hiervoor is omdat het park relatief lastig te bereiken is. Er zijn twee vluchten per week naar het park vanuit Dar of Arusha. Anders is het ruim een dag rijden vanuit Mbeya of Kigoma. Let wel: vanaf Kigoma is de weg alleen begaanbaar in het droogseizoen. 

Je bezoekt het park sowieso het beste in het droogseizoen van juni tot en met oktober. In het regenseizoen van december tot en met mei zijn de campsites in het park gesloten en kun je alleen in de lodges overnachten. Je hebt bovendien meer kans om alle dieren te zien tijdens de droge periode, wanneer ze zich verzamelen bij de poelen in het park.